09 december 2010

Wikileaks als uitdaging voor de overheid


Wikileaks baas Assange zit in een Britse cel en kan uitgeleverd worden aan Zweden wegens zedenmisdrijven. Die zaak stinkt behoorlijk. Ik begrijp wel dat een Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken niets kan veranderen aan een Europees arrestatiebevel vanwege deze aanklacht. Maar kan hij zich ook afzijdig houden als straks de Verenigde Staten om uitlevering vragen om Assange te vervolgen voor het on-line zetten van uitgelekte, geclassificeerde documenten? De strafbaarheid van Wikileaks staat volgens Europese normen nog helemaal niet vast. Bescherming van Wikileaks is in het belang van de internetvrijheid en het recht van burgers op verantwoording van het overheidshandelen goed te verdedigen. De petitie die Rutte oproept om Assange politiek asiel te verlenen is weliswaar wat onhandig omdat er ook gevraagd wordt het Zweedse arrestatiebevel te negeren, maar ik heb hem voor het grotere belang toch graag ondertekend.

Wat is het grotere belang in de Wikileaks-zaak? In de eerste berichten over de inhoud van de gelekte documenten domineerde het beeld van roddelende ambassademedewerkers. Dit zou volgens sommige critici de vertrouwelijkheid van het verkeer tussen staten ernstig schaden. Met alle gevaren van dien voor de wereldvrede en de onderlinge betrekkingen. Het zou me verbazen. Eerder is dit lek te zien als een waarschuwing voor diplomaten om wat voorzichtiger te zijn en een stimulans voor beveiligingsmensen om de procedures aan te scherpen. Dat zal ongetwijfeld gaan gebeuren. Maar het gaat toch wat ver om deze incidenten verantwoordelijk te houden voor het uitbreken van oorlogen of andere ontwrichtende conflicten.

Het uitlekken van gevoelige plekken voor aanslagen lijkt me een serieuzer probleem. Maar zijn de kranten die hier melding van maken dan niet even schuldig? Het gaat hier uiteindelijk om de persvrijheid. Mogen de media informatie die op straat ligt publiceren? Als het antwoord daarop niet onverbiddelijk negatief is, dan volgt daaruit dat een veroordeling van Wikileaks ook niet vanzelfsprekend is. Ter discussie staat de verantwoordelijkheid van degenen die gebruik maken van de persvrijheid. We mogen van media verwachten dat ze zich inhouden als er duidelijk grote risico's verbonden zijn aan publicatie van bepaalde gegevens. Op dat punt verdient Wikileaks echter geen strengere behandeling dan de traditionele media. En alles overwegende vraag ik me af of de risico's van deze publicatie op kunnen wegen tegen het grote belang van de persvrijheid.

Het belang van de persvrijheid in deze klokkenluiders-affaire komt maar al te duidelijk aan het licht als we zien hoe er door sommige machthebbers op wordt gereageerd. Assange wordt door Amerikaanse politici neergezet als terrorist. De Amerikaanse regering maakt van Wikileaks een vijandige staat met wie alle betalingsverkeer verboden moet worden. Alleen al vanwege deze buitensporige politieke druk verdient Wikileaks bescherming. De kritiek van westerse landen op de manier waarop China met z'n tegenstanders omgaat wordt zo wel erg hypocriet.

Het belang van de Wikileaks-publicaties ligt eigenlijk niet zozeer in de inhoud van de documenten maar in het feit dat hier aangetoond wordt dat staten (maar ook bedrijven en andere organisaties) in deze informatiesamenleving meer en beter dan ooit gecontroleerd kunnen worden door burgers. En dat burgers nu ook die controle eisen. Regeringen en politici moeten hiermee leren leven. In een democratie moeten politici namelijk laten zien hoe verantwoordelijk ze omgaan met het hen gegeven mandaat. De boodschappers die hiervoor de nodige informatie aandragen moeten dan niet worden veroordeeld als onverantwoordelijk, staatsgevaarlijk of terroristisch. De verspreiding van informatie verhinderen omdat die mogelijk het vertrouwen in de politiek of de staat vermindert is het paard achter de wagen spannen. Dat vertrouwen komt er echt niet als je dwars tegen allerlei onthullingen in probeert kromme zaken recht te breien. Of, zoals Marjolijn Februari het formuleert in haar column over klokkenluiders: "De remedie tegen het afnemende vertrouwen ligt natuurlijk helemaal niet in het aanzetten tot vertrouwen, maar in het bieden van betrouwbaarheid."
Uit democratisch zelfbehoud, vindt Femke Halsema , zouden regeringen in dit internettijdperk moeten zoeken naar nieuwe vormen van democratische openbaarheid in plaats van te kiezen voor repressie, beperking van de internetvrijheid en desinformatie in antwoord op de burgerlijke ongehoorzaamheid van Wikileaks en consorten. Na de onthullingen over de Irak-oorlog, de Q-koorts en de misstanden bij de Voedsel- en Warenautoriteit mag er toch wel eens serieus werk gemaakt worden van een betrouwbare overheid.

,

Geen opmerkingen: