13 maart 2008

PvdA vindt symbool meer waard dan principe


De PvdA zegt net als de (niet-christelijke) oppositie dat het obsolete verbod op godslastering opgeheven kan worden. Maar de partij wil geen gedonder in de coalitie en laat het aan het kabinet over om een datum te prikken. Met de christelijke coalitiepartijen zal dat dus niet gebeuren. Die vinden het een onmisbaar symbool van respect voor gelovigen. Dat gelovigen een streepje voor hebben bij deze regering wil Hirsch Ballin verbloemen met zijn aanbod om te onderzoeken of het verbod op godslastering uitgebreid kan worden tot niet-godsdienstige overtuigingen. God bewaar me! Nog verdere aantasting van de vrijheid van meningsuiting? Straks wordt GroenLinks nog verboden na een aanklacht van mensen die de auto als een heilige koe behandelen. "U krenkt mij in mijn geloof..."
Het opportunisme van de PvdA is even stuitend als in het geval van de weigering mee te werken aan een onderzoek naar de besluitvorming rond de Irak-oorlog. In het geval van de godslastering wordt er dan ook nog op onverantwoorde wijze gesjoemeld met een grondrecht dat in de sociaal-democratie vanaf het begin voorop heeft gestaan: gelijke behandeling. Is er nog enig besef voor de geschiedenis in deze partij?
Het argument 'nu even niet' werd eerder al in 2004, vlak na de moord op Theo van Gogh, door de PvdA (maar ook door GroenLinks) gehanteerd om opheffing uit te stellen. Het laat zien dat het grondwettelijke recht op vrijheid van meningsuiting nog steeds niet losgekoppeld kan worden van de situatie en het incident. Moeten we in het geval van dit grondrecht niet juist afzien van allerlei korte termijn belangen en door de situatie van het moment ingegeven redenen? Heeft de PvdA nog principes?
Trouw-journalist Willem Breedveld komt de PvdA te hulp met het argument dat afschaffing van het verbod op godslastering op dit moment een volkomen verkeerd signaal geeft aan de islamitische wereld. Het lijkt dan, zegt hij, alsof we de rode loper willen uitleggen voor de godslasterlijke film van Wilders. Toch is ook hij voor opheffing van het verbod omdat het een onmogelijk artikel is.
Dank aan Geert Wilders dus voor het oplossen van dit coalitieprobleem. Maar: wat gebeurt er nu als Wilders' film straks door moslims opgevat wordt als godslasterlijk en als zij een beroep doen op artikel 147? Wat moet de rechter dan doen, mijnheer Breedveld? Een onmogelijk artikel toch toepassen om de islamitische wereld gerust te stellen? Laten we de gang van zaken in de Nederlandse rechtsstaat zo door andere landen beïnvloeden? En hoe moet het dan ná de film verder? Wanneer kan artikel 147 dan wel afgeschaft worden? Waarom zal afschaffing nu wel en later geen problemen opleveren vanwege gekwetste gevoelens in de islamitische wereld? Denkt hij dat men daar deze 'truc' niet door heeft? Breedveld lijkt verstandig, maar is hij in feite niet kortzichtig?

,

Geen opmerkingen: